De late herfst is van oudsher de tijd waarin de boeren zich op de naderende winter voorbereiden. Het is de tijd waarin wordt geslacht en er een flinke voorraad worst en spek wordt aangelegd.
Niet voor niets is de “slachtdag” ook nu nog een kleine feestdag, waarop de hele boerenfamilie meehelpt.
Het verwerken van het vlees van het geslachte varken tot spek is in Zuid-Tirol de belangrijkste manier om vlees te conserveren. Eerst worden de twee helften van het varken gepekeld en met een zelf samengesteld kruidenmengsel ingewreven. Daarna wordt het vlees gerookt. Zoveel boeren, zoveel manieren van roken – ieder doet het op zijn eigen manier.
Bijna overal houden de boeren echter vast aan het basisprincipe “weinig rook, veel berglucht”. Ook over de keuze van de brandstof waarmee de rook wordt opgewekt, zijn de boeren het eens: van jeneverbestakken krijgt het spek een bijzonder fijne, kruidige smaak. Tot slot moet het spek rijpen.
Een kwalitatief hoogwaardig stuk spek moet minstens 6-8 maanden op een geschikte plaats worden bewaard, bij voorkeur in een kelder. Daar kan het in alle rust volledig rijpen, zonder temperatuurschommelingen en andere verstoringen.
Enkele boerencafés van de “Roter Hahn” hebben deze oorspronkelijke werkwijze in ere gehouden. Ze bieden eigengemaakt spek aan, dat is gemaakt volgens van generatie op generatie overgeleverde productiemethoden. Maak van de gelegenheid gebruik om het bijzondere boerenspek te proeven.
>
Boerencafés