Platteland en afrasteringen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al eeuwenlang worden hekken gebruikt om velden en akkers van elkaar te scheiden, straten, steegjes en almen te omheinen.
Platteland en afrasteringen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al eeuwenlang worden hekken gebruikt om velden en akkers van elkaar te scheiden, straten, steegjes en almen te omheinen. Tegenwoordig ziet men deze uitingen van de alpiene cultuur niet meer zo vaak als vroeger. Ook de in elke streek weer andere namen voor de verschillende soorten omheiningen, onderdelen en gereedschappen raken toenemend in de vergetelheid. Maar verdwenen is de wereld van de ouderwetse afrasteringen gelukkig niet. Her en der probeert men ze zelfs voor ‘uitsterven’ te bewaren en ze toekomst te geven.
In het Eisacktal staat een mooi houten hek dat met kunstig vlechtwerk is versierd, een zogenoemde gevlochten ‘speltenzaun’. Bij dit type hek verbinden kunstig gevlochten buigzame takken de in de grond gestoken houten palen met de dwarsbalken. Aangezien het erg veel werk is om zo’n hek te maken, treft men deze hekvorm tegenwoordig veel minder vaak aan dan vroeger.
Aan de zogenoemde ‘scharzaun’ komen geen spijkers, metaaldraad of andere bevestigingsmaterialen te pas. Dit hek bestaat uit kruiselings geplaatste houten palen die zo zijn neergezet dat ze een schaar vormen (in de volksmond ‘schar’). Daarop en daaronder worden stokken gelegd. Dit is een van de eenvoudigste en oudste vormen van alpiene houten hekwerken.
De ‘Sterzinger ringzaun’ is een bijzonder dicht type afrastering dat vooral in het Wipptal, maar ook daarbuiten wordt aangetroffen. De planken worden eenvoudig schuin tussen de rechtopstaande houten palen op elkaar gelegd. Deze worden op hun beurt omwikkeld met ringen (‘widen’) die zijn gevlochten van buigzame takken. In al deze vormen is zichtbaar dat de bergboeren van oudsher nauw met de natuur verbonden zijn en leven en werken volgens het principe ‘gebruik maken van de natuur zonder deze te vernielen’.